Dat een mens bestaat uit verschillende kanten is inmiddels wel bekend. Dat ieder mens een schaduwkant heeft, geloven de meesten ook wel. Maar wat nu als je in het verleden iets nogal achterlijks hebt gedaan waardoor je in de landelijke media bent verschenen en je daarvoor bent berecht? Heb je dan nog een leven na het uitzitten van je straf? Eind 2019 is er een uitspraak gedaan door rechtbank Noord-Nederland in de zaak Jesse Dingemans, de 8-jarige scholier die 1 december 2006 met messteken om het leven werd gebracht door J.[1] Ja, ik gebruik nu enkel de letter zodat ik niet achteraf alsnog gepakt kan worden. Uit eerdere bevindingen blijkt J. namelijk erg enthousiast alle gerechtelijke wegen te willen bewandelen tot aan de Hoge Raad aan toe, en op een schadeclaim zit ik niet te wachten. Een beetje handig iemand kan overigens met bovenstaande feiten al uitzoeken om wie het gaat.
Enfin, aangezien de Nederlandse rechtsstaat nogal geschokt was van dit feit, werd het groot uitgemeten in de media. Iets waar je als verdachte eigenlijk niet op zit te wachten want op dat moment weet je al dat je leven verpest is, al werk je nog zo goed mee. Nu was J. niet bepaald de ideale verdachte en werd hij destijds geplaatst in het hokje ‘weigerende observandus’ aka niet meewerken in het Pieter Baan Centrum, het observatiecentrum voor (zware) gewelds- en zedendelinquenten, waardoor het erg lastig werd om een stoornis vast te stellen. Toch is de rechter er destijds van overtuigd geweest dat er iets niet in orde was met de chromosoompjes van J. waardoor werd besloten om hem geen levenslange gevangenisstraf op te leggen maar tot een gevangenisstraf van ruim elf jaar en tbs met dwangverpleging. Na wat commotie hier en daar werd het na de onherroepelijkheid van zijn straf stil om J., maar niet heus. Meneer zelf heeft niet stilgezeten. Hoe is de carrière van J. binnen justitie verlopen en hoe kan het dat het hem niet lukt om Google succesvol aan te klagen?
Carriere-overzicht J.
1 december 2006:
Moord wordt gepleegd.
6 september 2007:
Rechtbank Breda veroordeelt J. wegens doodslag tot een gevangenisstraf van 12 jaar en tbs met dwangverpleging. De media duikt erop.
26 februari 2008:
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch veroordeeld J. tot een levenslange gevangenisstraf omdat niet is gebleken dat er ten tijde van het plegen van de moord sprake is geweest van een geestelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens. Saillant detail, J. stuurt zijn advocaat de laan uit en voert zelf zijn verdediging. Is niet heel succesvol geweest achteraf gezien. Ook hier dook de media er bovenop.
17 november 2009:
J. heeft succesvol cassatie ingesteld bij de Hoge Raad en de zaak wordt verwezen naar het gerechtshof in Arnhem, waar de zaak opnieuw wordt behandeld. Alles uiteraard inclusief landelijke media-aandacht.
18 mei 2011:
In Arnhem wordt J. in hoger beroep alsnog veroordeeld wegens doodslag en wordt hem wederom een gevangenisstraf van 12 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. Back to the basics om zo maar te zeggen.
22 mei 2012:
Aangezien stilzitten geen optie is gaat J. wederom in cassatie bij de Hoge Raad, waarbij de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof Arnhem vernietigd voor zover het de lengte van de gevangenisstraf betrof. Iets met overschrijding van de redelijke termijn. Uiteindelijk doet de Hoge Raad de zaak zelf af waarbij hij een strafkorting van drie maanden krijgt van mijn gevangenisstraf. Dit alles wordt niet door de media gemist.
3 maart 2015:
De Nederlandse staat en J. zijn geen vriendjes meer en J. besluit naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te gaan met de klacht dat hem door het gerechtshof Arnhem opgelegde maatregel van tbs in strijd is met zijn recht op vrijheid en veiligheid. Huh, zul je denken? J. zelf motiveert het dat de straf is opgelegd zonder objectieve medische gegevens die een dergelijke maatregel ondersteunen. Het is waar dat het bewijs voor een stoornis wat magertjes was, maar wel voldoende om de klacht te verwerpen.
24 mei 2015:
J. start de met de tbs-maatregel
2 juni 2017:
Verlenging van tbs-maatregel met twee jaren.
29 mei 2019:
Verlenging tbs-maatregel met nog twee jaren. Wel wordt overwogen dat de komende jaren een stapsgewijze uitbouw van vrijheden en eigen verantwoordelijkheid zal worden opgebouwd en wordt er gewerkt naar resocialisatie. J. heeft inmiddels begeleid en onbegeleid verlof.
Het komt wel vaker voor dat daders met hun misdrijf het nieuws halen. Zeker wanneer de Nederlandse rechtsorde is geschokt. Toch verdwijnt menig verhaal na een tijdje uit het nieuws. Door bovenstaande hebben journalisten J. eigenlijk al die tijd in de gaten gehouden en is er steeds weer over hem geschreven. Het zal je dan ook niet verbazen dat wanneer je de naam van J. op Google zoekt, je een scala aan nieuwsberichten en publicaties vindt over hem. Inmiddels is J. bezig met zijn resocialisatie en ik kan mij zo voorstellen dat hij behoefte heeft aan een nieuwe start. Een huis zoeken en gaan solliciteren voor een degelijke baan. Nu wordt dat an sich wel een stuk moeilijker wanneer je een beruchte Nederlander bent. Zodra je naam in de wijk bekend is, wil ineens iedereen helpen met je huis te ‘verbouwen’, en aangenomen worden voor een baan terwijl heel Nederland je strafblad kent is ook het meest ideale startpunt voor een succesvolle carrière. Dit had J. ook bedacht en hij was al lekker bezig met procederen, dus Google aanklagen kon er ook nog wel bij.
Op 24 januari 2019 heeft de advocaat van J. Google via het digitale aanvraagformulier verzocht om de zoekresultaten van J. te verwijderen en deze verwijderd te houden.[2] Google beoordeelt elk verzoek handmatig waarna een reactie van Google aan de verzoeker wordt gestuurd met een gemotiveerde beslissing. In reactie op dit verzoek heeft Google 100 URL’s vrijwillig verwijderd, omdat de naam van J. daar niet voorkwam. Ten aanzien van de resterende 82 URL’s heeft Google het verzoek afgewezen omdat deze niet voldeden aan artikel 17 (recht om vergeten te worden) en artikel 21 van de AVG (privacywetgeving). Wat bedoelt Google met de genoemde artikelen van de privacywetgeving? En gaat het J. toch lukken om zichzelf te laten vergeten?
Op 11 februari 2019 doet de advocaat van J. nog een poging, maar dit loopt op niets uit waardoor er een civiele zaak wordt gestart namens J. tegen Google. Gesteld wordt dat er een afweging tussen zijn privacybelang enerzijds en het economisch belang van Google anderzijds speelt en dat deze in zijn voordeel dient uit te vallen, aangezien er geen of slechts een gering publiek belang bestaat om nog bij de koppelingen die verschijnen bij zoekopdrachten op zijn naam. Kortom, de relatie tussen J. en zijn delict zijn niet meer actueel. Daarnaast heeft hij zijn straf uitgezeten waardoor hem de mogelijkheid moet worden geboden om op een volwaardige manier terug te keren in de maatschappij. Op deze wijze wordt hij steeds opnieuw gestraft.
Google geeft aan dat de zoekresultaten die worden weergegeven verwijzen naar de strafrechtelijke veroordeling van J. op 26 februari 2008 waarbij ook achterliggende omstandigheden verschijnen. Op grond van artikel 10 AVG mogen strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen (…) alleen worden verwerkt onder toezicht van de overheid. Dit geldt ook voor registers van strafrechtelijke veroordelingen. Google is aldus van mening dat zij deze zoekresultaten niet mogen verwijderen. Daarnaast heeft Google als zoekmachine de plicht om informatie het zo goed, volledig en ongecensureerd mogelijk vindbaar te maken. Een laatste punt waar Google haar verweerschrift mee onderbouwt is de volgende;
De moord op het slachtoffer is een daad van de geschiedenis geworden. Tegenover “recht op vergetelheid” staat evenzeer een “recht op herinnering”. J. is een publieke figuur. Zijn bekendheid is een rechtstreeks en onvermijdelijk gevolg van zijn eigen handelen.
Ik ben van mening dat iedereen recht heeft op een tweede kans. Een kans om opnieuw te beginnen. Constant weer verschijnen in zoekresultaten kan dit zeker belemmeren. Toch heeft Google ook wel een punt. Mensen willen graag geïnformeerd blijven over hetgeen in de maatschappij speelt en door zijn gerechtelijke procedures heeft J. er zelf voor gezorgd dat de media de aandacht voor hem behield. Daarnaast is er nog het leed van de nabestaanden. Een ethisch lastige casus. Gelukkig weer de rechter wel hoe hij dit varkentje moet wassen.
De rechter
Google is een zoekmachinedienst die persoonsgegevens verwerkt en waardoor zij verwerkingsverantwoordelijke zijn volgens de privacywet en waarbij deze verwerking gerechtvaardigd is (art. 6 lid 1 sub f AVG voor de juristen onder ons). In deze zaak gaat het om de koppeling waarna een zoekresultaat verwijst, niet om de inhoud van de sites zelf, al draagt Google daarin wel een zekere verantwoordelijkheid.
In de uitspraak worden er allerlei arresten van het Hof van Justitie bijgehaald maar die zijn voor deze blog wat ingewikkeld. Het komt er kort gezegd op neer dat Google niet verantwoordelijk is voor het feit dat er bijzondere strafrechtelijke persoonsgegevens op die bronpagina’s staan. De rechtbank stelt tevens dat door de gebeurtenis van 1 december 2006 onderdeel is geworden van onze collectieve herinnering en verleden. Dat J. niet anoniem is gebleven is eerst en vooral een gevolg van het handelen van J. zelf. Wat betreft het bemoeilijken van het solliciteren is J. in zijn stelplicht tekortgeschoten. Hij heeft in het gehele proces niet aangetoond onder welke voorwaarden hij mag werken en solliciteren. Daarnaast heeft J. geen bewijsstukken overlegd waaruit blijkt dat hij hier ernstig nadeel aan ondervindt. Op het argument dat J. een strafbaar feit heeft gepleegd wat ruim twaalf jaar geleden is gebeurd en waarvan hij vindt dat deze niet meer actueel is, weerspreekt de rechter hem. De tbs van J. loopt in ieder geval nog tot 2021 waardoor zijn zaak nog steeds actueel is. Daarnaast verschijnen er nog steeds publicaties over zijn zaak waarbij er een zwaarwegend belang van het publiek is om de betreffende informatie over J. te kunnen blijven vinden. Pas als J. klaar is met zijn behandeling zou er eventueel kans op een andere uitslag zijn.
Een beetje lullig voor J. dat hij tot op heden wordt achtervolgd door zijn verleden. Beginnen met een frisse start zit er voor hem niet in. Iets met wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten? J. had vooraf ook niet bedacht dat zijn daad de media zou halen, laat staan dat hij geschiedenis zou schrijven. Als ik J. was, zou ik een rechtenstudie gaan oppakken. Dan kan hij vast op zijn CV zetten dat hij proceservaring heeft en dat hij zelfstandig partijen kan vertegenwoordigen. En ervaring met advocatentarieven heeft hij ook al. Het salaris van de advocaat van Google dat hij moet betalen omdat hij is veroordeeld voor de proceskosten, bedraagt €1.086 euro. Dat zijn heel wat arbeidsuurtjes in de tuin van de tbs-kliniek waar hij verblijft.
[1] Rechtbank Noord-Nederland, 12 december 2019. ECLI:NL:RBNNE:2019:5169
[2] “1) De URL’s zoals die hierboven zijn weergegeven hebben betrekking op cliënt namelijk dat hij met naam en toenaam in verband wordt gebracht met een delict dat zich in 2006 heeft afgespeeld, namelijk moord. 2) Cliënt zit momenteel een gevangenisstraf uit. Daarbij ondergaat hij tevens tbs-behandelingen. Op korte termijn komt cliënt vrij maar ondervindt thans problemen bij sollicitaties i.v.m. de zoekresultaten die naar voren komen bij een zoekopdracht op zijn naam. Cliënt kan voor de banen waarnaar hij solliciteert een VOG aanvragen, omdat die banen niets te maken hebben, althans geen risico opleveren. De zoekresultaten zijn disproportioneel gelet op art. 8 EVRM omdat hij ook na zijn bestraffing thans nog hinder ondervindt van het delict uit 2006. Hij is daarvoor al bestraft zodat hij thans het recht heeft om een nieuw leven op te bouwen zonder daarmee voor de rest van zijn leven geconfronteerd te worden met dit delict.”
Ik kan mij voorstellen dat het verleden je kan blijven achtervolgen wanneer je een strafblad hebt. Het internet maakt dit natuurlijk niet makkelijker, omdat hier veel informatie over jou gevonden kan worden. Het blijft dus oppassen met wat je online plaatst.